‘Ben jij wel eens opgelicht bij het daten?’ vraagt een vriendin. Ze is nog steeds gelukkig met haar eerste man, maar volgt mijn datingavonturen met grote interesse. Ook dat ik er een boek over schrijf vindt ze reuze spannend. ‘Ik hoor daar de gekste dingen over en jij lijkt me een potentieel slachtoffer.’ ‘Wat?’ roep ik, ‘vind je me zo naïef? Een man die geld van je wil hebben omdat hij met het vliegtuig naar je toe wil komen maar even niet bij zijn geld kan? Of dat verhaal over die man die dacht een leuke vriendin te hebben in Londen, maar ze had wel wat cash problemen… daar trap ik echt niet in, hoor.’ ‘Nou,’ zegt mijn vriendin, ‘je had toch pas mijnheer Visser van de ING aan de lijn die jouw geld wilde overhevelen naar een ander account omdat er Nigeriaanse bendes jouw rekening leegplunderden?’
Ja, dat was zo. Mijnheer Visser kwam mij heel beschaafd over en wat zal hij gelachen hebben toen ik hem zei dat ook ik op Internet zag dat de ING voor die bendes waarschuwde en dat het zo fijn was dat hij me ‘hielp’. Vervolgens was ik met Mijnheer Visser aan de slag gegaan. Alles ging gesmeerd, totdat ik op het knopje ‘sent’ moest drukken. Het moet intuïtie zijn geweest waardoor ik ging twijfelen en mijnheer Visser vroeg of ik hem even mocht bellen. Vanaf dat moment was hij niet meer zo beschaafd. Dus helemaal gek was de vraag van mijn vriendin niet.
Arme daters die bij bosjes worden bedrogen door mannen en vrouwen die eerst een band opbouwen en daarna gunsten gaan vragen of erger: thuis een afspraak maken en de hele boel leegplunderen. ‘Dat is dan waarschijnlijk een seksafspraak,’ zegt mijn vriendin, ‘want wie spreekt er nu met iemand af in zijn eigen huis?’ Nou, ik dus. In Corona tijd weliswaar en een enkele keer, maar mijn vriendin heeft gelijk, dat is heel dom!
‘Nu ik erover nadenk vind ik ghosting eigenlijk ook een vorm van oplichting,’ zeg ik tegen haar. ‘Oh vertel,’ zegt ze, ‘wat is dat?’ Dat je plotseling helemaal niks meer hoort, terwijl je denkt dat je die persoon echt kan vertrouwen.’
‘Ik had bijvoorbeeld met een man een afspraak in de sauna.’
‘In de sauna?’ roept mijn vriendin, ‘echt weer iets voor jou!’
‘Nadat ik hem een aantal keren had gezien vroeg hij of ik meeging naar de sauna. Eerst had ik geweigerd, maar ben uiteindelijk toch overstag gegaan. Op een zwempakdag, dat wel. Net op het moment dat ik met handdoek en badjas klaar sta om af te reizen komt er een appje binnen.’
‘Ik denk dat we onze sauna moeten uitstellen naar volgende week. Ik zit hier bij een vriend van wie ik broodbakken leer. Het brood moet langer rijzen dan ik dacht.’. Met een foto van brood erbij!
Ik bel hem meteen op. ‘Hoe kan dit???’
Richard (zo heet hij): ‘Ja sorry, ik wist ook niet veel van brood, maar dat blijkt veel langer te moeten rijzen. Ik kan moeilijk mijn vriend nu laten zitten. Hij bakt nu trouwens een eitje voor me. Mag ik je zo terugbellen?’
Ik: ‘Nou, nee ik wil…’
Richard: ‘Ik bel je zo…’ tuut tuut.
Richard belt niet terug en neemt na talloze keren bellen niet op. Ook die dagen daarna niet en blokkeert mijn nummer.
‘Wat een ramp,’ zucht mijn vriendin. ‘En wat goed dat je over al deze dingen een boek schrijft. Op die manier kan je vrouwen waarschuwen dat ze vooral niet moeten doen wat jij allemaal wèl gedaan hebt. Een zelfhulpboek maar dan anders.’
‘Ja,’ zeg ik. ‘Ik wil vrouwen een hart onder de riem steken want er wordt door dat online-daten heel wat af geleden.’
Ga jij je nu even helemaal focussen op dat boek want dat moet er komen,’ zegt ze.
‘Dat betekent wel dat ik even moet stoppen met de columns en dat vind ik best moeilijk.’ Maar mijn vriendin is streng: ‘Eerst dat boek, de columns kunnen wel even wachten.’