De voyeur

Soms houd je een leuke vriend over aan je dates. Hij is niet de ridder op het paard, maar is gewoon een leuk mens en mag blijven. Karel is er zo een. Hij is bijzonder onderhoudend, grappig, joviaal en soms ineens empathisch. Hij weet van alles heel veel en als je met hem een museum bezoekt is hij de gratis gids.

Karel reist met zijn camper graag door Frankrijk en laat het toeval nu wezen dat ik in diezelfde tijd in Parijs zit. ‘Zal ik je komen ophalen?’ appt hij, ‘dan hoef je niet met de trein en kunnen we nog even via Metz en Nancy en maken we er een leuk uitje van.’ Goed plan,’ app ik terug, ‘maar ik ga wel in een hotel, mij te koud in een camper.’ Ik vind kamperen juist leuk, maar ik ken mijn pappenheimers, ze grijpen iedere kans met twee handjes aan. ‘Uiteraard,’ appt hij terug, ‘vanzelfsprekend.’ Nette vent, denk ik.

Karel pikt me op de afgesproken tijd op en zet koers naar de périférique en nog die middag krijg ik een voortreffelijke rondleiding in Metz. Karel weet van iedere kathedraal de hoogte en geboortejaar, een heerlijke middag. Heel soms gaat door me heen: is Karel toch ook niet een beetje relatiemateriaal? Hij is aan de drukke kant, ok, hij heeft een vleugje Asperger, ok, maar iedereen heeft wat, ik ook! 

Als we gezellig aan de sauerkraut zitten met veel bier erbij vertrouwt hij me toe dat hij het wel jammer vindt dat ik zo nodig op een kamer apart moet. ‘Je kunt me toch vertrouwen?’ roept hij net iets te hard, ‘vriendschap is vriendschap.’ Drank legt een geheel ongekende kant van Karel bloot en ik ben ineens toch weer blij dat ik hem alleen als vriend heb. ‘Ik zie het niet helemaal voor me Karel,’ zeg ik, ‘ik ben nogal preuts.’ Soms ben ik dat inderdaad, meestal als het niet nodig is.  

De volgende morgen gaat bij mij vroeg de telefoon. Het is Sjouercasting, mijn castingbureau. Ik ben door voor de laatste ronde voor een televisie-commercial. Ik speel de vriendin van Willeke Alberti die een lekkere luie stoel heeft en die ik ook wil hebben. ‘Ze vinden je goed, maar kun je hem nog iets hebberiger spelen, ze willen vandaag een beslissing maken.’ ‘Vandaag?’ roep ik terwijl ik als een veer uit bed spring. ‘Ik zit in een hotel en we moeten zo meteen opkrassen.’ ‘Ik loods je er wel doorheen,’ zegt hij, ‘bel me terug als je klaar bent. Ik ben er voor je.’

Ik trek gauw iets aan en installeer mijn telefoon op een richel op de muur. Ik bel André op, want zo heet mijn castingdirector, en we starten een eerste take. ‘Gaat goed,’ zegt hij, ‘ik zou hem kunnen gebruiken als die figuur op de achtergrond er niet had gestaan. Zou je die even kunnen wegjagen?’ Ik loop naar de gleuf in de gordijnen en zie nog net dat Karel de hoek om duikt. ‘Het was de tuinman,’ zeg ik tegen André, ’hij is weg.’ ‘Gelukkig,’ zegt hij, ‘we doen hem nog een keer. Kun je nog iets meer laten zien dat je hem echt wilt hebben? Ik bedoel de stoel, niet de tuinman.’ grinnikt André. ‘Ja, doe ik,’ zeg ik. Ik denk aan een hele lekkere stoel, niet aan Karel.

Vind je dit artikel leuk?

Facebook
X
LinkedIn

Laat een reactie achter